Nieuws

stoel Rob Parry

BEIDE STOELEN ZIJN VERKOCHT


Het meubel oeuvre van Rob Parry is grotendeels onbekend, omdat veel van zijn ontwerpen nooit in serie geproduceerd zijn, of zelfs maar één op één uitgevoerd. Veel modellen bestaan alleen op papier of als schaalmodel. Sinds enkele jaren is een deel van de collectie van Parry's meubelen weer in productie genomen door bränd. De Rob Parry collectie bestaat vooralsnog uit het F&T stoeltje, de barkruk Club, het Staatsmijnenstoeltje, drie bijzettafeltjes Club, de eetkamerstoel Par-lez met bijpassende fauteuil en een gestoffeerde lobbyfauteuil.

Biografie
Rob Parry volgt zijn opleiding aan de Koninklijke Academie te Den Haag. Hier werden toekomstige architecten en meubelontwerpers bewust gemaakt van hun belangrijke sociale taak bij de wederopbouw van Nederland. Zijn belangrijkste leermeesters zijn Cor Alons, Paul Schuitema en Gerrit Rietveld. In het kader van zijn studie liep Parry stage bij Gerrit Rietveld. Hieruit vloeide zijn eerste opdracht: het ontwerpen van een stand op de jaarbeurs in Utrecht. Waar Rietveld uiteindelijk vooral verder gegaan is in hout, heeft Parry geëxperimenteerd met uiteenlopende materialen: van perspex tot aluminium, van hout tot kunststof.

Parry heeft veel meubels ontworpen in de periode 1945-1960. Hij was zijn tijd ver vooruit en experimenteerde met nieuwe materialen en technieken. Zo maakte hij een eetkamerstoel uit perspex (1947), een lectuurbak uit één plaat gevouwen aluminium (1947), een fauteuil met beweegbare rug (1950) en een multifunctioneel, schakelbaar meubel van fauteuil, bank en bed ineen (1959). Zijn werk was ook regelmatig te zien op de Nederlandse inzending voor de Triënnale Milaan.

Het F&T-stoeltje werd in 1950 ontworpen en voor het eerst toegepast bij wijnhandel Ferwerda & Tieman in Den Haag.

Model 1611
De zg. matrasfauteuil, is in periode 1952 – 1972 in een zeer divers aantal uitvoeringen op de markt gebracht. Het succes van de fauteuil zat in de afneembare matras met een losse hoes, die gemakkelijk te reinigen en vernieuwen was. In genoemde periode een innovatieve ontwikkeling. Aanvankelijk lag de matras op met plastic omklede trekveren waardoor het grote zitcomfort ontstond. In 1968 werden de trekveren vervangen door rubberen singels. Uiteindelijk zijn meer dan 64.000 exemplaren van de fauteuil 1611 verkocht.

Naast meubels en industriële producten, heeft Rob Parry vooral stands en tentoonstellingen ontworpen, alsook interieurs en sieraden.

Tussen 1954 en 1958 werkt hij samen met industrieel ontwerper Emile Truijen. 

1957 tweelingbrievenbus PTT, polyester, afmeting 195 x 80 x 195, fabrikant Philips, Eindhoven, in gebruik vanaf 1959 tot 2006.
. Eind 1956 krijgen de industrieel ontwerpers Rob Parry en Emile Truijen de opdracht een dubbele brievenbus te ontwerpen. De rood-grijze tweelingbrievenbus scheidt de stadspost van de post voor binnen- en buitenland. In 1957 wordt het ontwerp gepresenteerd. In 1960 plaatst PTT twaalf bussen op proef in Den Haag en in 1962 wordt de tweelingbrievenbus definitief ingevoerd.
. De tweelingbrievenbus is in de kleur rood ontworpen met een grijs frontstuk op een stevig onderstel. Middenvoor is het PTT-logo geplaatst, ontworpen door Harry Disberg, met linksboven de tekst "posterijen".
. De brievenbus heeft een automatische buslichting. Met een buslichtingsrek, bestaande uit twee zakken in een ijzeren frame, wordt de brievenbus eenvoudig gelicht. De buslichter steekt met één hand het buslichtingsrek tussen de geleider onder de bus, waardoor de twee zakken vrij kunnen hangen. Vervolgens steekt hij met de andere hand de sleutel in het slot en trekt de klep open. Hierna schuiven de poststukken, door de aflopende vorm van de bodem van de bus, in een vloeiende beweging in de zakken.
. In de loop van zijn lange bestaan heeft de tweelingbrievenbus vele wijzigingen ondergaan om de levensduur van de bus te verlengen. Zo is de bus vandalismebestendig gemaakt, is het gemak voor de buslichter vergroot, zijn er aanpassingen gemaakt waardoor het onderhoud van de bus kon worden beperkt en zijn er aanpassingen gemaakt om het uiterlijk eigentijds te houden.
. De opvallendste uiterlijke wijziging werd aangebracht nadat er in1981 een nieuwe huisstijl werd ingevoerd. Het grijs van de voorklep, waarvoor was gekozen omdat geheel rood te schreeuwerig zou zijn, werd na 1981 toch rood. De vette letters "PTT Post" op de klep van de rode tweelingbrievenbussen worden in 1989 vervangen door het het PTT Post-logo van de vernieuwde huisstijl die in datzelfde jaar wordt ingevoerd.
. Het materiaal is dan niet langer glasvezelversterkt polyester, maar polycarbonaat/textielvezel, waardoor een gebruiksduur van zeker tien jaar is gegarandeerd. Bovendien is de bus dan in hoge mate bestand tegen vandalistisch gedrag zoals het bewerken van debrievenbus met snijbranders, vuurwerk, hamers en brandend papier.
. Belangrijk snufje bij die bussen waren de duizenden kleine nopjes aan de binnenkant. Die voorkwamen dat heel lichte poststukken in de bus zouden blijven kleven door bijvoorbeeld condens en daardoor niet 'gelicht' werden.
. Tot 1984 werd zijn bus vervaardigd door Philips in Eindhoven. Kunststof was voor dat concern toen nog een belangrijk item: zelfs wc-brillen kwamen in die tijd uit de fabrieken van het nu Koninklijke elektronicaconcern.
. De tweelingbrievenbus is 45 jaar lang in het straatbeeld te zien geweest. De nu 76-jarige ontwerper Parry blikt nog steeds vol trots terug op zijn ontwerp. "Er zullen maar weinig producten zijn die het als gebruiksvoorwerp zolang hebben uitgehouden als onze brievenbus", zegt hij. - (www.iconenvandepost.nl)

Na zijn samenwerking met Emile Truijen (1954-1958) heeft Parry nog zelfstandig gewerkt tot 1995. Ook was Parry 30 jaar lang docent architectonische vormgeving aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.